Over de aardappel, druk en muziek

Afgelopen week op vrijdag zijn de laatste aardappelen gepoot. Mooie ovale vruchten met witte uitlopers, klaar om de eigen familie uit te breiden. En terwijl de aardappels de grond in gaan realiseerde ik me hoeveel energie er wel niet in zo’n knolletje zit. En hoe mooi hij dat kan verdelen. Een aardappel die in het vorige seizoen tussen juli en september uit de grond is gekomen, kaal en met minimale bescherming van schil, gaat vervolgens als eerste die schil produceren zodat de vijanden van buitenaf minder kans hebben om binnen te dringen. Dan verdeelt de knol zijn energie zodanig dat hij klaar is om bijna een jaar later weer de grond in te gaan om zich  vervolgens op te offeren voor 8 tot 12 nieuwe aardappels zodat de soort verder kan groeien. Is dit niet iets waar we bij stil mogen staan als we allereerst de aardappel ontdoen van hun jas. Daarna koken zodat hij verteerbaar wordt voor ons en dan als de aardappel op ons bord ligt en dan al die energie aan ons geeft. Is dat niet iets om dankbaar voor te zijn, de eerst volgende keer dat je een vork in een aardappel zet. Vóór deze gedachte op vrijdag was er nog een andere gedachte. Eentje die eigenlijk jaarlijks terugkeert en die ik moeilijk te plaatsen vind. Het is een soort van druk en ik merk dat het me bezighoud. Dit moment van het jaar gebeurt er veel. Elke even week planten we plantjes in de tuin en de oneven weken proberen we te planten wat we zelf hebben voorgezaaid. Hiervoor mogen er op de natuurtuin bedden ingelopen worden en op de zelfoogsttuin mogen de bedden schoon. Dit is zowel erg leuk als tijdrovend en ik merk als ik tijdrovend type dat ik het een raar woord vind maar toch wel het meest duidelijk om het gevoel te verwoorden. Het is leuk / fijn om te doen omdat je de aarde aan je handen voelt... je raakt de tuin aan. Bewust. En is het niet zo dat iedereen dit eigenlijk wel fijn vindt die directe energie overdracht. Daarmee verwijder je de planten waar ze (de tuin) even geen energie aan hoeft te geven en je maakt het veld klaar voor de plantjes die ze mag verzorgen. Maar wat er tegelijk ook gebeurd, en helemaal met het weer van dit jaar, is dat de bedden die we al schoon hebben gemaakt ook weer bedekt worden met onkruid. Dit zorgt voor een bepaalde druk op de planten. Een druk waarvan ik me realiseer dat ik hem zelf opleg. Waarom mag het onkruid eerst niet groeien en waarom wil ik graag dat de bedden schoon en netjes zijn. Is dit voor mij of voor de tuin. Leuke overpeinzingen… en met die overpeinzing in m'n achterhoofd weet ik dat het goed komt. Dan nog een klein dingetje over de tomaat en muziek. Op maandag heb ik de tomaten gepoot in de tunnelkas. Het was warm dus de deuren open, eerst de jas uit en later kon de trui ook uit. Dan gaten scheppen, veel water erin, lavameel voor de mineralen, de tomatenplant in het plantgat en dan mooi toestoppen. Een heerlijk rustig werkje. De wind blies lekker door de kas en het was goed…. dacht ik. Totdat ik achterom keek. De tomaten hadden het zwaar. Ze gingen wat hangen en voelden slap en wat futloos aan. En het gevoel wat ik erbij had was dat de tomaten een ritme nodig hadden, een ritme om in het gareel te komen. Ik heb toen de deuren dicht gedaan en muziek voor ze gespeeld, gewoon via de telefoon. En of het nu komt door de muziek of dat de deuren dicht waren….. maar het hielp!. Ze rechten hun stam en waren klaar om te settelen. Wat ik vorige week al zei, dit zijn geluk momentjes.